Binnen de Groene Metropoolregio Arnhem- Nijmegen (GMR) werken publieke en private partijen samen aan het Regio Deal-project Toekomstbestendig Bouwen. Dat gebeurt via het programma Conceptueel Circulair Bouwen (CCB) en het project Circulaire Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW). Robert Mullink, programmamanager CCB en Paul Groenen, projectleider Circulaire GWW, leggen het uit.
Robert Mullink is macro-econoom van huis uit, houdt zich al jaren bezig met duurzaam bouwen en begon 2,5 jaar geleden bij de GMR, nu doet hij het onderdeel CCB. “We bouwen meer in fabrieken, waardoor we minder grondstoffen gebruiken en sneller kunnen bouwen. Dit helpt om de CO2-uitstoot te verlagen.”
Paul Groenen studeerde tuin- en landschapinrichting bij Van Hall Larenstein in Velp. Bij de GMR houdt hij zich bezig met Circulaire GWW. “Naast alle nieuwbouw hebben we ook te maken met renovatie van bestaande wegen, riolering, pleinen, parken, straten. Met een paar collega’s zijn wij bezig onze 17 gemeenten te helpen met het meer circulair uitvoeren van die projecten en minder grondstoffen te gebruiken.”
Wat is Toekomstbestendig Bouwen?
De regio groeit snel en heeft een groot tekort aan woningen. Mullink schetst: “De opgave is om voor 2030 40 tot 60 duizend woningen te realiseren in de regio en dat moet op een toekomstbestendige manier.” Het moet snel, betaalbaar en in grote aantallen gebeuren. De bouwsector gebruikt veel grondstoffen, maakt veel afval en zorgt voor veel CO2-uitstoot.
“Daarom willen we niet alleen snel en betaalbaar bouwen, maar ook duurzaam. Dit noemen we Toekomstbestendig Bouwen. Daarbij is de belangrijkste uitdaging om private en publieke partijen dezelfde taal te laten spreken en samen te laten werken bij een veranderende wet- en regelgeving,” volgens Mullink.
Toekomstbestendig Bouwen betekent dus minder verbruik van primaire grondstoffen, minder afval en minder CO2-uitstoot. Dit gebeurt door helder en consistent beleid te ontwikkelen en toe te passen bij alle grote bouwprojecten in de regio.
Dit proces is gebaseerd op transparante samenwerking tussen alle partijen in de gebouwde omgeving. Daarbij gaat het om het verbeteren van bouwprocessen, omgaan met nieuwe regelgeving en financiering en streven naar gestroomlijnde ambities.
Daarnaast draagt deze aanpak bij aan een betere gezondheid, klimaatadaptatie, biodiversiteit en het terugdringen van grondstoffenschaarste.
Een voorbeeld: NDW21
Een interessant voorbeeld van Toekomstbestendig Bouwen is het project NDW21 in Nijmegen, aan de Nieuwe Dukenburgseweg. Hierbij was het toetsen aan regelgeving interessant, maar ook het hele proces dat daaraan vooraf ging, met de aanbesteding via Nijmeegse coöperaties, de gemeente die daar een rol in speelt en de bouwende partijen, De Meeuw-VDL voor de bouw en Heijmans voor de openbare ruimte.
Groenen: “De aanbesteding voor de openbare ruimte was een interessant proces, het is namelijk aanbesteed op basis van ambities. Normaal gesproken maak je een plan, bijvoorbeeld er moet een weg komen van drie meter breed, daar moeten 12 bankjes staan, een voetpad, een vijvertje en drie lichtmasten.
In dit geval heeft gemeente Nijmegen een uitvraag gedaan die veel opener was, er waren wel eisen natuurlijk, maar men ging op zoek naar een aannemer die dit terrein zou gaan vullen, die er een openbare ruimte kon bedenken en uitvoeren op een zo duurzaam mogelijke manier. Het draaide minder om technische eisen en geld en meer om duurzame ambities. Dat is wel een unieke manier van aanbesteden. Daarbij kwam Heijmans als beste uit de bus.”
Heijmans paste alleen gebruikte materialen toe, voor het grootste deel uit het gebied zelf. De nabijgelegen gemeentewerf van de gemeente Nijmegen werd regelmatig bezocht om te kijken of er bruikbare materialen lagen voor het project. Dat verlangt een andere manier van ontwerpen, niet eerst een kant-en-klaar ontwerp maken en dan de materialen zoeken. Het gaat andersom. Soms zijn er toevallig materialen over of beschikbaar en dan is de vraag hoe ze zijn te gebruiken. Ook maakte het bedrijf gebruik van Duspot, een soort markplaats voor gebruikte materialen.
“Dus zo kwamen er bijvoorbeeld bankjes van de gemeente Arnhem die ooit verkeerd besteld waren en nog nooit gebruikt. Ze stonden er ergens op een depot te wachten tot ze waarschijnlijk de puinbreker ingingen. Nou, dan heb je niet het bankje wat je idealiter zou willen of wat de ontwerper zou bedenken. Maar een prima bankje wat heel goed kan.
Voor de wegverhardingen maakte Heijmans gebruik van de gesloten grondbalans, dat wil zeggen dat er geen grond hoefde te worden aan- en afgevoerd.”
Output van het Regio Deal project
De score van de woningbouw op circulariteit en conceptueel bouwen was in 2023 nog geen 10%. Belangrijke output van dit project is om deze score naar tenminste 30% in 2027 en tenminste 50% in 2030 te brengen, zonder in te boeten op de voortgang van de woningbouwopgave. De GMR monitort deze percentages met een zogenoemde circulaire impactladder.
In de periode 2024-2027 wordt circulair opdrachtgeverschap in woning- en utiliteitsbouw en de GWW-sector normaal. Groenen: “Dat levert uiteindelijk ook maatschappelijke waarden op. De nieuwe regelingen zorgen ervoor dat we niet meer alleen de vraag stellen hoeveel iets kost, maar ook hoeveel CO2-uitstoot je bespaart en hoeveel gezondheid en welzijn iets oplevert.”
Meer weten over Toekomstbestendig Bouwen? Kijk op Toekomstbestendig Bouwen