Healthy Landscape is de naam van een consortium vanuit de Radboud Universiteit, waarin diverse partners samenwerken aan ecologische oplossingen voor een leefbare regio. Dat gebeurt multidisciplinair, van juridische tot medische wetenschappen en van ecologie tot planologie.

Hans de Kroon is hoogleraar ecologie aan de Radboud Universiteit en initiatiefnemer en projectleider van het consortium. Hierin werkt hij samen met Huub Ploegmakers, planoloog en universitair docent binnen de vakgroep Geografie, Planologie en Milieu. Zijn onderzoek richt zich op de voorwaarden voor het succes van initiatieven gericht op een gezonde en duurzame leefomgeving.

In dit dubbelinterview vertellen ze over het project en hoe het, nu het einde ervan nadert, een vervolg zal hebben.

“Als het niet duurzaam is, dan moet je er niet eens aan beginnen”

De Kroon maakt direct duidelijk hoezeer alle thema’s die in een regio spelen, zoals gezondheid, energie en duurzaamheid, op een gebalanceerde manier bij elkaar dienen te komen voor een leefbare regio. “Dat is waar Huub en ik voor staan met de Healthy Landscape-samenwerking. De Groene Metropoolregio heeft bijvoorbeeld de opgave om tienduizenden woningen te bouwen. Een enorme uitbreiding met een enorm ruimtegebruik. Ook liggen er geweldig mooie natuurgebieden, waar we landelijk en zelfs internationaal trots op kunnen zijn. Hoe combineren we dit nu?”

Living Lab Ooijpolder-Groesbeek

Het voornaamste project binnen Healthy Landscape is het Living Lab Ooijpolder-Groesbeek, waarin boeren, natuurbeschermers, overheden en bedrijven succesvol gezamenlijk experimenteerden met natuurinclusieve maatregelen om de biodiversiteit te herstellen.
De Kroon gaat verder: “En dat is juist wat we nu in de Living Labs aan het onderzoeken zijn, die echte interplay tussen de governance, de gezondheidszaken, de communicatie met de boeren, de economische financiële zaken en de wetgeving. Al die expertises hebben we hier in huis en juist die willen we combineren en erachter komen hoe je effectief samenwerkt aan de opgaven in een gebied.”

De inspanningen voor natuurherstel leverden veel op. “De Ooijpolder is echt heel aantrekkelijk omdat we de wilde natuur hebben in de vorm van de Millingerwaard als onderdeel van de Gelderse Poort. En we hebben prachtige iconische bloemrijke dijken die behoren tot de mooiste in Nederland. En de haag- en de bloemstroken in het landelijk gebied zijn hersteld. Waardoor je een heel aantrekkelijk landschap krijgt.”

Wat werkt

Ploegmakers vertelt over de factoren die maakten dat de gebiedsontwikkeling in Ooijpolder-Groesbeek zo goed werkte. Voor de natuur én voor de boeren.
“Er wordt al heel lang agrarisch natuurbeheer gedaan waar onder andere landschapselementen aan de randen van boerenpercelen worden toegevoegd. Maar dit project is uniek in de manier waarop de regeling is vormgegeven. Contracten die de boeren voor 30 jaar konden afsluiten, een financiering voor de inzet van de grond, en een beheersvergoeding maakten het voor agrariërs interessant om mee te doen. Doordat de percelen een agrarische bestemming bleven behouden was het aantrekkelijk voor de boeren. Als de percelen een natuurbestemming hadden gekregen, hadden ze te maken gekregen met heel andere regels en wetten.”

Een andere factor was dat verschillende partijen uit landbouw en natuur elkaar vonden om samen te gaan werken aan landschapsontwikkelingsplannen voor dat gebied. Er is hard gewerkt aan vertrouwen en met elkaar samenwerken.

De Kroon vult aan: “Het interessante van het hele proces dat Huub net beschreef is dat je op deze manier kan praten met boeren over waar het werkelijk over gaat bij duurzaamheidsthema’s. Wat is voor jou nu het belangrijkste om te boeren? Dat je daar geld mee moet verdienen is nogal wiedes. Maar zou dat ook op een andere manier kunnen? Niet hameren op problemen als stikstof, maar samenwerken aan nieuwe verdienmodellen.”

Afronden en voortzetten

Het project begint het einde te naderen dus is het tijd voor de wetenschappers om te kijken hoe ze de bevindingen van de Living Labs kunnen voortzetten.

De Kroon: “In deze fase willen we boter bij de vis leveren. Wat kunnen we onze partners vertellen over een succesvolle aanpak van agrarisch natuurbeheer en landschapsontwikkeling voor een gezonde leefomgeving. En hoe kunnen we deze samenwerking hier aan de Radboud inbedden, zodat het ook doorloopt en het eigenlijk een soort revolving fund wordt. De ideeën hierover zijn we nu aan het beschrijven.”

Daarnaast is het Radboud Center for Sustainability Challenges (RCSC) een organisatie die al is ingebed, en Healthy Landscape zal een van de thema’s worden daarbij.

Ook gaat er een nieuwe master Science for Sustainability van start in september van dit jaar. Vanuit verschillende disciplines kunnen bachelors instromen.
“Deze master wil nieuwe professionals opleiden en die vanuit verschillende kanten, verschillende vakgebieden, op een vernieuwende manier met duurzaamheidsvraagstukken aan de gang laten gaan in diverse organisaties. Er komen allerlei studenten op af, van verschillende oorsprong. Ik geef zelf de eerstejaars cursus Ecologie. Er zijn studenten die niet de juiste ecologische achtergrond hebben, maar wel die master willen volgen, die komen naar de cursus, waar ze de basisprincipes leren. Dus dat is wel heel leuk, dat zijn heel gemotiveerde mensen. En zo zijn er ook mensen uit andere disciplines die aanvullend werk doen. Zodat ze allemaal klaarstaan om van start te gaan in september.
Dus dat is de inbedding die we willen. Er zijn zoveel verschillende aspecten, de ecologie,  waar ik daar zelf voor sta, is daar één van. Het herstel van biodiversiteit is wat we graag willen zien in combinatie met al die andere opgaven die er zijn.”

In het Groene Mantel project leggen een aantal gemeenten rondom Nijmegen een groene mantel aan om deze stad heen. Het plan is, lerend van Ooijpolder-Groesbeek, dat geïnteresseerde boeren en andere terreineigenaren gaan meedoen aan natuur- en landschapsherstel.