In 2023 werd samen met 25 partners het Human Capital Akkoord regio Arnhem-Nijmegen ondertekend. Sindsdien is er veel bereikt, zo constateert Renate Bouwman, strateeg Arbeidsmarkt bij The Economic Board, tevreden. Maar ze leunt allerminst achterover. Volgens haar laten we in de regio ook kansen liggen.

Sinds het ondertekenen van het Human Capital Akkoord regio Arnhem-Nijmegen zijn er veel stappen gezet, vertelt Bouwman. “We hebben een programmateam opgezet met Adam Galijasevic als programmamanager én regisseurs aangesteld voor de verschillende sectoren. Samen met onze partners is er bovendien een miljoen aan cofinanciering gerealiseerd.”

Ze somt een aantal concrete resultaten op. “We hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het ASM Student Festival, waar mbo’ers en hbo’ers uit Lifeport Regio Arnhem-Nijmegen in contact komen met bedrijven. Ook is het Arbeidsmatchplatform gestart, waar bedrijven samenwerken in het aantrekken van mensen. Met het Semicon Talentplan investeren we in het aantrekken, opleiden en behouden van mensen die de chiptechnologie van morgen mogelijk maken. En afgelopen maand is het Energy Talentplan gelanceerd met partners zoals Connectr, SEECE, Alliander, Elaad en TenneT. Ja, ik ben heel blij met de bewegingen die ik zie en de initiatieven die ontstaan. Het draagt allemaal bij aan een sterke arbeidsmarkt.”

Een goede regionale aanpak is noodzakelijk, verduidelijkt ze. “De Lifeport-regio heeft een focus op de transities in de energie, zorg en hightech. Maar juist in die sectoren is er, richting 2030, een uitdaging met talent. Daar zijn tienduizenden mensen nodig.”

Belangrijke versneller

Het Human Capital Akkoord gaat over een leven lang ontwikkelen, het aantrekken en behouden van talent en het inzetten van onbenut arbeidspotentieel. Dat laatste onderdeel zou volgens Bouwman weleens een belangrijke versneller voor de regio kunnen zijn. “We moeten niet de illusie hebben dat we in deze regio nog tienduizenden mensen kunnen aantrekken en opleiden. En als dat al lukt, waar moeten ze dan wonen? Mijn pleidooi is dat we ons ook richten op het potentieel dat er al is.” Ze hanteert daarvoor liever een andere term dan onbenut arbeidspotentieel. “Laten we het noemen wat het is: verborgen kapitaal.”

Dat verborgen kapitaal is groter dan je denkt, zo legt ze uit. “Ongeveer dertig procent van de medewerkers geeft in onderzoeken aan dat ze meer kennis en vaardigheden hebben dan dat nodig is voor het werk dat ze nu doen. Dat is dus een onderbenut potentieel in de regio. Een deel daarvan staat open voor andere functies of projecten, misschien wel in een nieuwe sector. Daarnaast is er onbenut potentieel: mensen die nu aan de kant staan, maar die onder bepaalde randvoorwaarden wél kunnen werken. Ook heb je statushouders die graag aan het werk willen en deeltijders die meer uren willen werken. Tot slot heb je mensen wiens banen misschien wel gaan verdwijnen, bijvoorbeeld door digitalisering en AI. Dat potentieel kun je herbenutten. Misschien moeten we tegelijkertijd ook wel een discussie voeren over wat we nuttig werk vinden. Sommige banen dragen meer bij aan de brede welvaart van de regio dan andere.”

Tekorten opvullen in de belangrijke sectoren begint bij het onderwijs, geeft ze aan. “Er zijn bijvoorbeeld goede initiatieven om leerlingen al vroeg kennis te laten maken met techniek. Het werkt ook goed als werkgevers al duidelijk laten blijken dat er baangaranties zijn in sectoren voor mensen met een bepaalde opleiding. Het is belangrijk dat ondernemers, het onderwijs en de overheid bij dat soort initiatieven samen optrekken.”

Focus op skills

Een skillsgerichte aanpak, met een focus op vaardigheden in plaats van diploma’s, draagt volgens Bouwman bij aan een gezondere arbeidsmarkt.

“Bedrijven doen er goed aan om de focus in vacatures te leggen op ‘kun je het leren?’ in plaats van op ‘kun je het?’.”

Bouwman adviseert bedrijven om gewoon te beginnen. “Breng eerst het potentieel van je mensen in kaart. Welke vaardigheden heb je al in huis en hoe kun je die misschien slimmer inzetten?” Het gaat volgens haar vooral om anders kijken naar talent.

“Iedereen heeft talent. De vraag is hoe we dat optimaal in kunnen zetten voor de opgaves die we in de regio hebben.”