‘De regio als campus’. Die lijfspreuk van HAN University of Applied Sciences klinkt mooi, maar wat houdt het precies in? En wat heeft de regio eraan? Rob Verhofstad, voorzitter van het College van Bestuur van de HAN en lid The Economic Board, legt het uit. “In de regio worden studenten professionals.”

“Je kunt ‘De regio als campus’ op meerdere manieren zien”, zegt Rob Verhofstad. “Er gebeurt voor onze studenten heel veel buiten de campus van onze hogeschool. Waar wordt iemand écht een verpleegkundige? Bij een zorginstelling. Bij bedrijven in de regio, groot en klein, worden onze studenten professionals, net als bij instellingen en overheden. Daarnaast is ons onderzoek praktijkgericht, gestuurd door vragen uit de regio, bijvoorbeeld over netcongestie, gezondheidsverschillen of het verbeteren van behandelingen.”

“Eigenlijk zien we de hele Lifeport Regio Arnhem Nijmegen als een campus”, verduidelijkt hij. “Dat vind ik een inspirerende gedachte. Op industrieterreinen wordt nagedacht over het slim omgaan met overschotten en tekorten aan energie. Studenten lopen daar stage, onderzoekers denken mee over oplossingen. Dáár gebeurt het.”

Rob Verhofstad

Rob Verhofstad

Arbeidsproductiviteit

Dat is interessant voor studenten, die praktijkervaring op kunnen doen, en voor onderzoekers. Maar ook voor de totale regio, vindt Verhofstad. “Problemen zoals netcongestie of het human-capital-vraagstuk zijn erg complex. Die uitdagingen hebben vaak een technische, juridische, zakelijke en menselijke kant. Nieuwe kennis door onderzoek draagt bij aan het vinden van slimme oplossingen. En studenten die goed zijn opgeleid in de praktijk, zorgen voor meer arbeidsproductiviteit. Ook dat is met de huidige uitdagingen heel belangrijk.”

Daarover wil hij nog wel wat kwijt: “De arbeidsproductiviteit in Europa loopt achter bij die van de VS en China, blijkt uit het rapport van voormalig ECB-voorzitter Mario Draghi. Om dat te veranderen zijn onderzoek en innovatie belangrijk, net als goede opleiding, ook in de vorm van om- en bijscholing. Daarom moet je als overheid in onderwijs investeren en er dus niet op bezuinigen, wat nu gebeurt.”

Onbegrijpelijk

Ook Verhofstad ziet graag dat studenten na hun studie in de Lifeport-regio blijven. “Het klinkt misschien simpel, maar mensen gaan wonen waar een woonplek is en waar banen zijn. Daar moeten we als regio dus voor zorgen. Als dat lukt, zie ik geen enkele reden waarom mensen hier niet zouden gaan wonen, integendeel. Doordat we de regio als campus zien, komen studenten in aanraking met bedrijven en met thema’s die relevant zijn voor de regio. Dat zorgt voor meer betrokkenheid en vergroot de kans dat ze blijven.”

Tegelijkertijd is het volgens hem ook belangrijk dat talenten uit het buitenland Nederland, en daarmee ook de Lifeport-regio, blijven vinden. “Bedrijfstakken zoals automotive en semicon zijn heel internationaal. Die zijn afhankelijk van studenten uit het buitenland. Maar er worden voor die groep steeds meer barrières opgeworpen. Daardoor ontstaat ook het beeld dat buitenlandse studenten hier niet welkom zijn, terwijl we als land altijd het imago hadden van een heel goede plek voor ambitieuze studenten. Dat heeft grote gevolgen. Voor ons, maar nog meer voor de arbeidsmarkt. Als Nederland zijn gastvrije imago kwijtraakt, kan dat ook het vestigingsklimaat voor internationale bedrijven beïnvloeden. Het ingezette beleid is voor mij echt onbegrijpelijk, want het lost ook geen problemen op.”

In samenhang

Om de regio te kunnen gebruiken als campus, is samenwerken op triple-helix-niveau cruciaal. “Dat gaat de laatste tijd heel goed”, constateert Verhofstad tevreden. “Het is verstandig dat de Lifeport-regio zich focust op de thema’s gezondheid, energie en hightech. We onderkennen het belang van voldoende arbeidskracht en daarom is de human capital agenda ondertekend. Het besef dat elke schakel in de triple helix belangrijk is, wordt steeds groter. Je kunt het niet alleen.”

Hij noemt Project Beethoven als voorbeeld. “Het doel is om zesduizend talenten op te leiden voor de semiconsector. Mensen van semiconbedrijven, kennisinstellingen en overheden zijn om tafel gaan zitten om te kijken naar wat er nodig is en wat ze allemaal kunnen bieden. Zonder één van die drie schakels van de triple helix was het geen goed plan geweest.”

Ook belangrijk: de verschillende kennisinstellingen weten elkaar steeds beter te vinden. “Welk vraagstuk je ook pakt: om de volgende stap te zetten heb je nieuwe kennis nodig, maar die moet je ook kunnen toepassen en uitvoeren. Daarom heb je altijd een combinatie van universiteiten, hogescholen en ROC’s nodig. Hoe beter we dingen in samenhang kunnen doen, hoe meer impact we kunnen maken.”