Twee jaar geleden stond het in de krant: het Linnaeusgebouw op de Nijmeegse Campus Heyendaal wordt gesloopt. Inmiddels heeft de Radboud Universiteit besloten om niet te slopen, maar te transformeren. Hiervoor legde het facilitair bedrijf van de RU contact met Via-T, het nieuwe innovatiecentrum voor de gebouwde omgeving. Frank Croes, programmamanager Circulaire Economie aan de HAN en betrokken bij  Via-T, vertelt waarom dit zo’n interessante keuze is. 

“Dit gebouw is eigenlijk een modern monument, de brutalistische stijl heeft een zekere schoonheid. Kunnen we het mooie uit het verleden behouden en hier in de toekomst nieuwe waarde aan toevoegen? Het gebouw is nu uitsluitend in gebruik voor colleges, er zijn veel grote collegezalen maar nauwelijks voorzieningen. Daarom zijn we een verkennend onderzoek gestart  met de vraag: Wat zijn vanuit het concept van meervoudige waardecreatie de aanknopingspunten voor een duurzame transitie naar een toekomstbestendig en multifunctioneel Linnaeusgebouw?” 

Meervoudige waardecreatie 

Croes legt uit dat meervoudige waardecreatie niet alleen een economisch begrip is. “We willen een gebouw dat duurzaam is, rendabel en prettig en comfortabel voor de gebruikers.  

Ecologisch gezien moet het zoveel mogelijk CO2-neutraal zijn, zowel tijdens de verbouwing als bij het toekomstige gebruik. Verder willen we symbiotisch aanhaken op de omgeving, waaronder de natuurlijke omgeving van Park Brakkestein. We willen werken met nieuwe inzichten rond biophilic design (een ontwerpfilosofie waarbij het gebruik van natuurlijke elementen zoals planten, hout, water en natuurlijk licht centraal staat), evenals bio mimicry en biobased materiaalgebruik.  

En je kunt denken aan een gebruik van tien uur per dag tijdens vijftig weken per jaar voor meerdere gebruikersgroepen, in plaats van de huidige vier uur per dag tijdens veertig weken. Dat komt weer mooi samen met ons idee van een open campus, waar bijvoorbeeld theater of lezingen te bezoeken zijn voor alle Nijmegenaren.  

”En het combineert goed met het feit dat het natuurlijk financieel haalbaar moet zijn, zowel de investering in de transformatie als de exploitatie. Samengevat: meervoudige waardecreatie is sturen op winst zonder verlies.” 

“Op deze manier kun je iets moois maken dat in eerste instantie duurder lijkt dan nieuwbouw, maar dat op termijn juist duurzamer is in het gebruik en voor een kleinere footprint zorgt. Tegelijkertijd worden comfort en gebruiksgemak groter.” 

Design thinking 

En breed gezelschap boog zich inmiddels over de mogelijkheden voor de transitie naar een duurzaam gebouw . Van stakeholders uit het bedrijfsleven, duurzame bouwers en ontwikkelaars, tot gemeente Nijmegen, en van campusmanagement van de Radboud Universiteit tot aan studenten van verschillende opleidingen in de regio.  

Met de methode design thinking bedachten ze allerlei nieuwe mogelijkheden voor de transformatie van het gebouw, om het van meer waarde te laten zijn voor de RU en anderen. 

Croes: “In plaats van hightech investeren is nu een van de trends in duurzaam bouwen: biophilic design, dat is lowtech. Met de keuze van materiaal en het gebruik van groen kun je klimaattechnisch al veel bereiken, zodat je niet met hardware en installatietechnologie hoeft bij te sturen en te regelen. Dat is op de lange termijn fantastisch, want hardware schrijf je af en die vraagt energie en dat kun je dus op deze manier reduceren.” 

Een samenvattend verslag van deze brainstormfase is input voor de volgende fase, het aanbestedingstraject, waarbij een architect de opdracht krijgt voor een nieuw ontwerp, met alle functionaliteiten. 

Leren en verbinden 

Er zijn veel studenten betrokken geweest bij het designproces. Ook in alle volgende fasen gaan studenten en leerlingen meekijken, meepraten en meebouwen. Van het opstellen van het aanbestedingsdocument, het kijken naar de tekeningen en de planologische aspecten tot aan het realiseren en verbouwen aan toe. 

Daarbij gaat het om studenten uit de hele waaier van het onderwijs: van vmbo tot wo en van HAN, RU, Van Hall Larenstein tot het ROC. 

En niet alleen studenten leren ervan, ook betrokken bedrijven en de opleidingen zelf komen in contact met elkaar en ontdekken mogelijkheden voor samenwerking. Croes: “Alle geledingen in onderwijsland verbinden, dat heeft synergetische meerwaarde, de instituten leren elkaar beter vinden, dat geeft een gevoel van trots voor de regio, we maken niet alleen mooie rapporten, maar maken ook samen werk van duurzame transitie van de gebouwde omgeving.” 

Presentatie op 10 oktober 

Op 10 oktober organiseert Via-T een groot evenement in het Linnaeusgebouw zelf om de eigen planvorming en agenda te presenteren aan alle relevante stakeholders.
De uitkomsten van het Linnaeusproject zullen hier voor het eerst in geur en kleur getoond worden. 

Via-T 

Croes legt uit waarom hij betrokken is bij Via-T, Centrum voor vakmanschap, innovatie en duurzaamheid. ”Via-T staat voor een toekomstbestendige leefomgeving, waarin we niet klakkeloos bijbouwen, maar in de bestaande omgeving meer functionaliteitswaarde creëren, én biodiversiteitsherstel, én voorkomen hittestress, én een gezonde leefomgeving waar mensen kunnen wonen in het groen, én werken en recreëren en dat allemaal in die steeds schaarser wordende ruimte. Door dingen slimmer te combineren en gebruik te maken van koppelkansen, kunnen we veel meer waarde uit die bestaande ruimte halen.”