In The Economic Board werken overheid, ondernemers, onderwijs en onderzoek samen aan het oplossen van sociaal economische uitdagingen. Hogeschool Van Hall Larenstein – University of Applied Sciences, is een van die onderwijs- en onderzoekspartners, met diepgaande kennis en ervaring op het gebied van natuur en omgeving, de gezondheid van mens en dier en verantwoord ondernemerschap.
Van Hall Larenstein is een bijzondere hogeschool. Naast hbo-opleidingen biedt de organisatie masteropleidingen, posthbo-opleidingen, cursussen en advies aan op nationaal en internationaal terrein. Van Hall Larenstein afficheert zich dan ook niet alleen als hogeschool, maar als een ‘kennisonderneming voor maatschappelijke en economische vraagstukken’, met name gericht op natuur en omgeving, de gezondheid van mens en dier en verantwoord ondernemerschap.
Expertise in Living Labs
De expertise van de hogeschool betreft zowel de stad als het platteland. Samen met partners doen circa 20 lectoraten van Van Hall Larenstein onderzoeks- en kennisprojecten. De lectoraten hebben daartoe thema’s uitgewerkt in onderzoekslijnen.
De projecten worden uitgevoerd in zogeheten living labs. Hiervoor is de leeromgeving Lifeport Circular Lab (LCL) opgezet.
Partners zijn The Economic Board, Van Hall Larenstein, de Groene Metropoolregio, Radboud Universiteit, HAN University of Applied Sciences, Wageningen University & Research, Stichting KIEMT, netwerkorganisatie RvN@ plus de gemeenten Arnhem en Nijmegen.
Insteek is praktisch onderzoek naar mogelijkheden voor het realiseren van duurzame innovaties op het gebied van gebruik van land en water, biodiversiteit en voedselzekerheid.
In gesprek met …
Jan van Dellen (algemeen directeur van The Economic Board Regio Arnhem Nijmegen),
Rik Eweg (Lector Regional Transitions towards Circular Agriculture) en
Robert Baars (Lector Climate Smart Dairy Value Chains), beiden verbonden aan Van Hall Larenstein, zij benoemen mogelijkheden omtrent de transitie van met name de landbouw.
“We werken er als Regio Foodvalley en Regio Arnhem Nijmegen aan de uitstoot van stikstof te verminderen”, opent Jan van Dellen. “Dat doen we samen met de agrarische ondernemers. Gelderland telt veel agrarische bedrijven nabij natuurgebieden, daarom is het belangrijk samen effectieve maatregelen uit te werken. Ik benadruk samen, want alleen een aanpak die breed gedragen wordt werpt vruchten af. In dit samenspel is Van Hall Larenstein een belangrijke onderwijs- en onderzoekspartner.”
Vier transities: klimaat, landbouw, water, leefomgeving
Over de uitgangspositie van Van Hall Larenstein zegt Robert Baars: “Voor ons onderwijs en onderzoek is ‘Groeien als experts in transitie’ richtsnoer. Het begrip transitie heeft betrekking op vier grote veranderingsbewegingen. Een: klimaatverandering, die dwingt tot aanpassing en het tegengaan van verdere verandering. Twee: ontwikkeling van duurzame landbouwmethoden. Drie: duurzaam waterbeheer. Vier: werken aan een duurzame leefomgeving. Alle vier samen zijn ze van levensbelang voor een toekomstbestendige wereld.”
Klimaatadaptatie
Op het gebied van stedelijke klimaatadaptatie is Van Hall Larenstein onder andere betrokken bij het hittebestendig maken van het centrum van Arnhem. In 2022 tekenden de hogeschool en de gemeente Arnhem een intentieverklaring om samen te werken aan klimaatadaptieve maatregelen die de leefbaarheid in de stad verbeteren. Het lectoraat Designing of Future Green Cities doet praktijkonderzoek naar maatregelen die hieraan bijdragen.
Landbouw
Naast stedelijke klimaatadaptatie is er de transitieopgave aangaande landbouw. Rik Eweg hierover: “We staan voor twee opgaven; het klimaat en biodiversiteit. De vraag is hoe we onze landbouw toekomstbestendig maken. Werken we toe naar een mix van op de lokale en regionale markt gerichte kringlooplandbouw met daarnaast grootschalige en op export gerichte agrobedrijven met intensieve toepassing van technologie?”
“Het beleid is gericht op vermindering van emissies. Technologisch kan veel. Slimme stallen, waar mest gescheiden wordt, ander voedsel en gewastechnologie. Ze brengen de uitstoot terug, maar het probleem blijft dat de verbetering van de kwaliteit van lucht, bodem en water niet is te herleiden tot individuele bedrijven. Een oplossing is een gebiedsgerichte aanpak met gebiedsgerichte doelen. En – heel belangrijk – de agrariërs hierin meenemen. Agrarische ondernemers hebben kennis en kunde in huis die we moeten benutten.”
Van Hall Larenstein is betrokken bij projecten die de door Rik Eweg genoemde opties beproeven. Een voorbeeld hiervan is de IJsselvallei waar studenten en onderzoekers drie opties praktisch uitwerken: mest verdunnen, omvorming van raaigras naar productief kruidenrijk grasland en het afbouwen van kunstmest via het experimenteren met innovatieve stalsystemen die organische mest scheiden.
“Een deel van de agrarische ondernemers zal extensiveren, dan komt er meer ruimte voor natuur en biodiversiteit” aldus Robert Baars. “Maar hoe dan ook, elke verandering zal zich moeten verhouden tot nieuwe verdienmodellen, zal ondersteund moeten worden door wet- en regelgeving. En we zullen anders moeten gaan kijken naar voedsel en onze voedselproductie.”
Jan van Dellen: “Andere gewassen verbouwen kan ook een deel van deze transitie zijn. In De Liemers is een proef gaande waar een aantal agrarische bedrijven biogas leveren aan steenfabrieken. Zo ontstaan duurzame lokale en regionale kringlopen, en een alternatief verdienmodel. Hier kan bijvoorbeeld de provincie Gelderland of The Economic Board voorwaardenscheppend zijn wat betreft het realiseren van een energie-infrastructuur. De agrarisch ondernemers worden op deze wijze met kennis en advies geholpen.”
Voorop lopen
Nieuwe verdienmodellen, anders denken over energie, voedsel en voedselproductie, het zijn allemaal onderdelen van een grotere verandering. En daarin loopt Van Hall Larenstein voorop met modules als Bedrijfscoach Precisielandbouw en Bedrijfscoach Natuurinclusief Ondernemen in de landbouw. Het zijn opleidingstrajecten waarin de hogeschool samenwerkt met onder andere Wageningen Universiteit & Research.
Voor ondernemende studenten, alumni en (toekomstige) ondernemers is er bij Van Hall Larenstein het Green Entrepreneurship Centre, dat start-ups en projecten rond duurzaam en innovatief ondernemen ondersteunt. Dit gebeurt door persoonlijke coaching, de beschikbaarheid van ICT-faciliteiten, netwerkbijeenkomsten, microkredieten, ideeënlabs en een minor ‘duurzaam ondernemerschap’.
“Duurzaamheid is bij Van Hall Larenstein heel concreet”, zegt Rik Eweg. “Het gaat erom vanuit een heldere visie concrete stappen te zetten. De transitie waarin we zitten is een zaak van lange adem. Een systeem opnieuw inrichten heeft invloed op elk niveau ervan. Daarom is het zo belangrijk de kennis en ervaring van agrarische ondernemers te erkennen en te gebruiken.”
“The Economic Board maakt er zich sterk voor dat alle partijen in de triple helix samenwerking vanuit hun kracht bijdragen”, zegt Jan van Dellen afsluitend. “Praktijkonderzoek en onderwijs, zoals door Van Hall Larenstein, levert grote toegevoegde waarde omdat het aansluit bij het aanwezige vakmanschap in de bedrijven en bijdraagt aan het zoeken en vinden van een balans tussen natuur, voedselproductie en economie.”