Anderhalvemetersamenleving lastig? Omarm de afstand!
Nu Nederland zich voorbereidt op de anderhalvemetersamenleving, plopt automatisch de vraag op of en hoe mensen veilig afstand (blijven) houden tot elkaar. Een van dé oplossingen zou zomaar uit deze regio kunnen komen. Marieke Hanekamp en Joris Jan Voermans zijn de initiatiefnemers achter ‘Omarm de afstand’ en bedenkers van het oranje Afstandbandje.
Het oorspronkelijke idee om letterlijk zichtbaarheid te geven aan ‘de afstandswens’ is afkomstig van Marieke Hanekamp, vertelt Joris Jan Voermans. “Marieke had de persconferentie van premier Rutte gezien, waarin hij vertelde over de noodzaak om ons goed voor te bereiden op de komst van de anderhalvemetermaatschappij en vooral afstand te houden. Hoe lang hou je dat vol? En hoe maak je duidelijk dat je tot een potentiële risicogroep behoort? Ouderen kunnen sneller slachtoffer worden van het virus, dat is bekend. Ook jongeren met onzichtbare aandoeningen zitten echter in de corona-gevarenzone en zijn gebaat bij die anderhalve meter tussenruimte.”
Geen uitgebreide strategie
Hanekamp vroeg Voermans haar te helpen bij het concretiseren van haar (publiciteits-)plannen. Beide compagnons waren er snel uit: een herkenbaar, gemakkelijk te dragen oranje polsbandje moest anderen er op een positieve manier aan herinneren om voldoende afstand te bewaren. Voermans: “We hebben geen uitgebreide strategie opgetuigd, maar zijn gewoon begonnen. Binnen een paar dagen was onze website live, hebben we 1500 bandjes laten maken en zijn we organisaties gaan mailen en bellen. Al snel haakten verschillende partijen aan, waaronder de Leefbaarheidsalliantie Gelderland en een aantal patiëntenverenigingen. Echt gaaf. Dat sterkte ons in onze overtuiging dat we op de goede weg zaten met ons initiatief dat we ‘Omarm de afstand’ hebben gedoopt.”
Scholen en gezondheidsinstellingen
Op het moment dat we Voermans spreken, is de actiewebsite ruim een week live en zijn zo’n 400 bandjes verkocht. “Daar zijn we zeker niet ontevreden over”, beaamt Voermans. “Nu komen bestellingen vooral nog van individuen en kleine clubjes mensen, maar we hebben goede hoop dat ook grotere bedrijven en organisaties zullen aanhaken. Een aantal scholen en gezondheidsinstellingen heeft interesse getoond. Wat super is, ook voor de uitstraling naar buiten toe.”
Verschil maken in de horeca
Een sector waar het oranje polsbandje (ook) een verschil kan gaan maken, is de horeca, denkt Voermans die de eerste lijntjes met restaurant- en café-eigenaren al heeft gelegd. “Nu de terrassen weer open mogen, komen veel horecaondernemers met allerlei, vaak heel inventieve anderhalvemetermaatregelen. Hoe ingenieus je je terras en uiteindelijk straks ook je café of restaurant inricht: in je eentje kun je geen afstand houden. Dat moet je samen doen. Met het dragen van een polsbandje door de medewerkers geef je een duidelijk signaal af. Een garantie dat mensen er ook naar luisteren, is het niet. Je laat echter op een duidelijke, vriendelijke manier zien dat je als zaak klaar bent voor de anderhalvemetermaatschappij en dat je daar anderen – in dit geval je klanten – voor nodig hebt.”
Regels serieus nemen
Die haast subtiele manier om mensen via het polsbandje ‘mee te krijgen’, is in Voermans’ beleving iets waar werkgevers in het algemeen van kunnen profiteren. “Als werkgever vraag je nogal wat van je werknemers als ze door de nieuwe situatie ineens anders moeten werken of op een andere manier met hun collega’s moeten omgaan. Het je mensen laten dragen van een polsbandje, is een teken dat je oog hebt voor ieders situatie en dat je als bedrijf, maar vooral samen, de regels serieus neemt.”
© Foto: Marcel Krijgsman