


Transitie Energy, Health en Hightech in versnelling
Transitie Energy, Health en Hightech in versnelling

Move to Match helpt mensen via onderwijs aan een match op de arbeidsmarkt
Move to Match helpt mensen via onderwijs aan een match op de arbeidsmarkt

Maatschappelijke ontwikkelingen maken het speelveld van de sales professional breder
Voor vrijwel alle vakgebieden, van marketing tot management, zijn er masteropleidingen beschikbaar. Maar op het gebied van b2b-sales bestond zo’n opleiding nog niet. HAN University of Applied Sciences zag hiervoor een vraag vanuit de markt en sprong in dit gat. De hogeschool lanceert in september een nieuwe masteropleiding: master Business Sales. De deeltijd masteropleiding is uniek in Nederland en leert salesprofessionals meer over ondernemen met toegevoegde waarde voor de maatschappij.
Meerwaarde
In de nieuwe opleiding staat meervoudige waardecreatie centraal. Sales professionals leren hoe ze een organisatiestrategie concreet kunnen maken door samenwerking aan te gaan met en tussen stakeholders in het b2b-sales ecosysteem. Ze leren verbinden en de regie pakken om meervoudige waarde te creëren. Niet alleen financiële waarde, maar ook voor mens en milieu.
Strategische kant van accountmanagement
De nieuwe opleiding is ontstaan op basis van vragen uit het werkveld, vertelt Lector Thomas Lans. “We hebben uitgebreid onderzoek gedaan onder meer dan 200 sales professionals. Het traditionele beeld van sales is dat je te maken hebt met klanten en dat het werk zich beperkt tot die relatie en de contracten die je sluit.
Maar het speelveld is complexer dan dat. Bedrijven geven aan dat door de huidige ontwikkelingen, zoals digitalisering, de rol van data (denk aan artificiële intelligentie) en verduurzaming, het speelveld veel groter én veel strategischer is geworden waarbij vraagstukken over verschillende functies heen spelen. Daardoor is binnen de professie de behoefte ontstaan om ook die strategische kant van sales- en accountmanagement verder te ontwikkelen.”

Ondernemen in het ondertussen
“Het jaarbericht Staat van het MKB 2022 heet ‘Ondernemen in het ondertussen’ en dat geeft eigenlijk heel mooi aan waar het om gaat”, aldus Lans. “We staan midden in een aantal grote veranderingen, hoe ga je om met dat ‘ondertussen’? Het gaat enerzijds om het creëren van meer visie en strategie, maar tegelijkertijd om het bredere kader en waarde toevoegen voor de maatschappij.
Als sales professional streef je naar een goede financiële waarde, maar kun je ook meedenken over de impact die je maakt op je omgeving. Ketenaansprakelijkheid en nieuwe wet- en regelgeving zorgen dat je verantwoordelijkheid verder gaat dan het product en het sluiten van de deal.”
“De focus ligt op samenwerking, meervoudige waarde creëren en aansturen op sociaal maatschappelijke meerwaarde.”
Sociaalmaatschappelijke meerwaarde
Sales professionals opereren vooral aan de voorkant van het waardecreatie-proces, daarom is het belangrijk dat zij de regie kunnen pakken. Lans: “Dat kregen we duidelijk terug vanuit de bedrijven waarmee we spraken en dat is echt de insteek van de master.
Het is een unieke master voor de regio, landelijk en zelf voor Europa. HAN staat bekend om de salesopleidingen, dit is de kers op de taart. De focus ligt op samenwerking, meervoudige waarde creëren en aansturen op sociaalmaatschappelijke meerwaarde in de keten.”
Meer informatie
De nieuwe deeltijd Master Business Sales masteropleiding start in september 2023 en de eerste studenten zijn al aangemeld. De tweejarige master is ingedeeld in vier semesters waarbij ontwerponderzoek en reflectie een belangrijke rol spelen.
In beide studiejaren krijgen de studenten theorie aangereikt, werken ze aan hun (human en technology) skills en werken ze in de praktijk aan salesvraagstukken uit de eigen organisatie. Het afronden van de master levert de titel Master of Science (MSc) op.
Lees meer op Master Business Sales Deeltijd (han.nl)

Ondanks krappe arbeidsmarkt staan technici bij IPKW in de rij
Ondanks krappe arbeidsmarkt staan technici bij IPKW in de rij

Digitalisering en AI voor duurzaamheid
Digitalisering en AI voor duurzaamheid
Digitalisering, AI en ChatGPT: termen waar overheden en bedrijven soms de rillingen van krijgen. Want wat kun of moet je ermee en wat zijn de risico’s? Hoe ziet de toekomst eruit?
Jan Bakker, directeur en medeoprichter van het Arnhemse Avisi, vertelt hoe het bedrijf inzet op digitalisering en AI voor duurzaamheid. Dat doet het bijvoorbeeld op juridisch gebied, in de gezondheidssector en bij nutsvoorzieningen.
Avisi
Avisi creëert maatwerksoftware voor grotere bedrijven en semioverheidsinstellingen. Dat doet het al sinds 2000, toen internet en software nog in de kinderschoenen stonden. Er was toen, net als nu, een flink tekort aan specialisten en er werd op weinig plekken echt kennis en kunde opgebouwd. Daar zag Bakker een kans: samen met zijn studievrienden wilde hij specialisten bij elkaar brengen om zo steeds betere software te ontwikkelen. Zo werd kenniscentrum Avisi geboren.
Als kenniscentrum in de regio hopen we zo het verschil te maken.
Investeren in de toekomst
Het is nogal een opgave om als bedrijf alle snelle ontwikkelingen in AI en digitalisering bij te benen. Avisi is daarom druk bezig om zoveel mogelijk kennis en vaardigheden te ontwikkelen en eigen producten rondom AI te bouwen. “Het is op praktisch en politiek vlak een grote uitdaging. Veel partijen zijn toch een beetje bang voor het onbekende AI”, vertelt Bakker. “Daarom willen we als bedrijf met proof of concepts laten zien wat er kan. Zodat ook de politiek snapt dat positieve verandering mogelijk is.”
Vandaag de dag werkt het bedrijf samen met verschillende universiteiten aan AI-onderzoeken, coacht het studentenlabs en start-ups, investeert het in toekomstig talent en deelt alle kennis om zo samen met anderen verder te komen. “We willen met AI-geschikte software graag een rol spelen in de energietransitie. De enige manier waarop dat lukt, is als we onze krachten bundelen”, aldus Bakker.
Energietransitie
“Digitalisering en AI bevorderen de duurzame energietransitie door efficiëntie te verbeteren en kosten te verlagen. AI ondersteunt bijvoorbeeld slimme netwerken, voorspelt onderhoud, optimaliseert energieopslag en bevordert energie-efficiëntie van machines. Daarnaast verbetert AI de voorspelling van hernieuwbare energieproductie en beheert gedecentraliseerde energiesystemen. AI stimuleert de groei van elektrische voertuigen en verbetert koolstofafvang en -opslag. Tot slot helpt AI beleidsmakers bij het nemen van geïnformeerde beslissingen en stelt consumenten in staat duurzamere energiekeuzes te maken.”
ENTRNCE is één van de klanten van Avisi die zich met die energietransitie bezighoudt. ”ENTRNCE ontwikkelt digitale oplossingen voor de energiemarkt van de toekomst. Wij ontwikkelden voor hen een platform dat de combinatie tussen lokale groene energie en centraal ingekochte stroom wél kan maken. Hiermee kunnen gemeenten zelf elke gewenste combinatie van lokaal en centraal opgewekte energie bepalen.”
Watersysteem in kaart
In kaart brengen van kennis en kunde in het onderhoud van het watersysteem in Nederland is een ander voorbeeld van een proof of concept van Avisi. “We gebruiken AI om meer dan 6 miljoen documenten automatisch te herkennen en om digitale tweelingen te maken van blueprints. Daarmee kunnen documentatie en expertise automatisch aan assets gekoppeld worden, waardoor kennis van het onderhoud wordt veiliggesteld.”
Een digitale twin van jezelf als paspop
Ook in de kledingindustrie is duurzame transitie mogelijk: “Een enorm vervuilende industrie: bijna de helft van alle kleding wordt weggegooid of vernietigd.” Met digitalisering en AI zou je de industrie vraaggestuurd kunnen maken. “Het perfecte voorbeeld van digitalisering”, vertelt Bakker. “Met AI maak je dan een digital twin van jezelf, laat je je maten inscannen en kies je welke stijl je mooi vindt. Met deze informatie kunnen dan automatisch sets van kleding uitgezocht worden, die je vervolgens kunt bestellen. Op deze manier produceren bedrijven alleen kleding als jij daar opdracht voor geeft. Dat kost iéts meer, maar is stukken beter voor de wereld.”
Sneller dan de rest van de maatschappij
Het klinkt allemaal veelbelovend en groots. Dat ís het ook, maar volgens Bakker zitten ze nog echt in de onderzoekende fase. “We kunnen nog niet direct vooruit. Het juridische aspect werkt ons op dit moment nog een beetje tegen: de technologie ontwikkelt veel sneller dan beleidsmakers kunnen bijhouden. Zonde, want we zouden zoveel kunnen betekenen in bijvoorbeeld duurzaamheid.”
Avisi volgt alle ontwikkelingen op de voet en blijft dat de komende tijd natuurlijk doen. “We blijven bezig en sparren ook mee met bijvoorbeeld de citymarketeer van Arnhem. Samen bedenken we hoe we kennis in the loop houden en borgen. We willen onze kennis delen, van anderen leren en samen kijken hoe we de maatschappij beter kunnen maken.”
Meer over AI

Rondetafelgesprek: Duurzame en circulaire bouw vraagt om niet-politieke regie van overheid
Rondetafelgesprek: Duurzame en circulaire bouw vraagt om niet-politieke regie van overheid
Het stof van de provinciale verkiezingen was nog niet volledig neergedaald ten tijde van dit rondetafelgesprek. Duidelijk was al wel, dat de BoerBurgerBeweging in alle provincies de grootste partij was geworden en dat ze ook daarom in de Eerste Kamer een grote stem krijgen. Gaan de stikstofplannen op de schop? En wat betekent dat voor de woningbouw en de verduurzaming van het bestaande aanbod? Die onzekerheid voor de bouwsector draagt niet bij aan de versnelling van de bouw- en verduurzamingsopgave. Beter samenwerken binnen de triple helix en op lokaal niveau zou kunnen lonen. Maar hoe?
Deze en vele andere vragen passeerden de revue tijdens een rondetafelgesprek met een panel van negen deskundigen en betrokken partijen over dit onderwerp.
Aan tafel zaten:
- Ronald Leushuis, bestuurder van Talis en gastheer;
- Caren Schipperus, directeur van ALEX advocaten;
- Carol van Eert, burgemeester van Gemeente Rheden, bestuurlijk opdrachtgever van de Opgave Groene Groeiregio en lid The Economic Board;
- Rob Hagemans, directeur van Hagemans Vastgoedonderhoud;
- Jeanne van de Klok, directeur van WIL Groep;
- Vincent Jansen, directeur Energie & Duurzaam beheer van Ariens Partner in vastgoedonderhoud en directeur Energie & Duurzaam Beheer bij Hendriks Bouw & Ontwikkeling;
- Ina Hol, directeur WerkBedrijf Rijk van Nijmegen;
- Rob Withaar, commercieel directeur bij Talen Vastgoedonderhoud;
- Joep Burghouts, proceseigenaar marktontwikkeling bij De Variabele, een bedrijf dat ook in het vastgoedonderhoud zit.
In feite zat de complete triple helix aan tafel, waarbij het onderwijs vertegenwoordigd werd door twee niet-onderwijsinstellingen: het werkbedrijf en WIL Groep. Zij verzorgen beide in een andere rol (om)scholingen.
Technische oplossingen
Gastheer Ronald Leushuis trapt af met de stelling:
‘Het aardgasvrij maken van alle woningen slaagt alleen als er met regie vanuit de overheid een betrouwbare technische oplossing gerealiseerd wordt die betaalbaar is voor bewoners’.
Hij licht de stelling graag toe: “Technische problemen verdienen technische oplossingen,” stelt hij. “De duurzaamheidsopdracht is in feite een technische opgave, die in mijn opvatting veel te politiek gemaakt wordt. Dat maakt het veel moeilijker om de mensen uit leggen waarom verduurzaming nodig is. Te veel partijen bemoeien zich ermee terwijl ze naar mijn smaak terughoudender moeten zijn. Want dat maakt de technische opdracht veel te ingewikkeld. De verduurzaming is beter af met minder politieke aandacht.”
De overheid is politiek, dus hoe kan de overheid volgens Ronald Leushuis regie pakken zonder politiek te bedrijven? “De overheid is veel meer dan politiek en heeft ook uitvoeringsorganisaties. De overheid gaat ook over het bouwbesluit, het opstellen van criteria, vertaling van beleid en het creëren van duidelijkheid. Wij zijn erg gebaat bij eenduidige oplossingen, massa is kassa. Er is veel te veel variatie. Dat maakt het ook in de triple helix sfeer veel te ingewikkeld, dat maakt het opleiden moeilijk.”
Te veel innovaties
Dat kan Jeanne van de Klok alleen maar beamen. Ze creëert met WIL Groep de nieuwe aanwas voor de bouw en techniek en zij merkt dat veel van hun mensen zich serieus interesseren voor duurzaamheids- en energievraagstukken. De stelling die zij inbrengt is:
‘Het verduurzamen van de bouw gaat niet lukken zonder het (om)scholen van personeel.’
“Eerlijk gezegd weten we niet hoe we dat moeten inkleden,” zegt ze. “Waar wij behoefte aan hebben is een korte samenvatting uit de bouw van de eenduidige oplossingen op duurzaamheid. Dan bedenken wij wel de programma’s.” WerkBedrijf kampt met vergelijkbare problematiek. “Samen met de opleiders zoeken we continu naar hoe we moeten opleiden voor de nieuwe beroepen,” verduidelijkt Ina Hol. “Sommige dingen zijn nog wel uit te leggen, zoals modulair bouwen, maar hoe moeten we ze uitleggen hoe het werk er straks uit gaat zien?.” De veelheid aan nieuwe innovaties en het tempo waarop ze het daglicht zien, draagt niet bij aan de versnelling van de transitie naar duurzame en circulaire bouw, is een van de conclusies.
Toch vindt Vincent Jansen dat er wel succesvolle onderdelen zijn in bijvoorbeeld de energietransitie. “Denk aan de zonnepanelen en de warmtepompen. De centrale overheid heeft een subsidiepot gecreëerd, en daarmee de betaalbaarheid zeker gesteld,” schetst hij. “We hebben heel veel mensen opgeleid om zonnepanelen en luchtwarmtepompen te installeren. Het is behapbaar, we snappen het. Dat zou je met circulair bouwen ook kunnen doen.”
Hij vertelt dat hij in het jaarplan van Talis las dat de corporatie een circulaire oplossing wil toepassen. “We zouden als partners moeten bedenken welke oplossing dat zou moeten zijn. Het moet betaalbaar zijn, dus als we gezamenlijk twee à drie toepassingen selecteren, zouden we die kunnen aanbieden aan Talis.” Hij realiseert zich dat die oplossingen natuurlijk aan allerlei normen moeten voldoen. “Maar er zijn al circulaire toepassingen door die keuring gekomen.”

“De verduurzaming is beter af met minder politieke aandacht”
Kansen en verdienmodellen
Vincent Jansen ziet nog een belangrijke voorwaarde om circulariteit in de bouw toepasbaar te maken. “We moeten als bouwers circulaire opslag gaan realiseren. Stel dat Talis woningen gaat afbreken, dan zou je dat sloopmateriaal ergens willen opslaan, goed oormerken en weer inzetten in een volgend project. Daarvoor heb je dan een circulair platform nodig samen met opdrachtgevers, bouwers, slopers. Hendriks heeft al een dergelijk platform. Dat betekent ook dat je mensen moet opleiden om te weten welke materialen je op welke manier kunt hergebruiken.”
Jeanne van de Klok vindt dat we niet teveel moeten praten, maar gewoon de handen uit de mouwen moeten steken. “Zo ben ik met Rob bezig met het heroogsten van producten en daar zetten we mensen op in. Bijvoorbeeld bij woningreparaties materialen uit de sloop inzetten. Er kunnen allerlei regels zijn, maar als we gewoon beginnen, dan halen we de kinderziektes eruit,” oppert ze.
Rob Withaar ziet in dit kader de oplossing vaak heel dichtbij, maar de regelgeving staat vaak in de weg. “Uitgangspunt van circulaire economie is hergebruik van materialen in de bouw en renovatie. Maar de wetgeving staat dat in de weg omdat bepaalde producten nog niet voldoen aan standaard keurmerken maatvoering of beschikbaarheid van materialen,” vindt hij. Hij noemt het voorbeeld van boeren in Noord-Oost Polder waar hij hen probeert te verleiden tot het telen van vlas en hennep als bouwmaterialen. “Als wij de boeren productiezekerheid geven, dan willen zij misschien wel mee in de teelt van vlas en hennep. Maar dan zeggen de boeren dat hun andere gewassen in het gedrang komen, want die brengen veel meer op in de Europese markten. Dus je zit gevangen in een systeem van belangen,” verduidelijkt Rob Withaar.
De advocaat in de zaal ziet wel mogelijkheden in dit voorbeeld als onteigeningen vanwege stikstof zou plaatsvinden. “Voordat je aan onteigening toe komt, heb je altijd het minnelijke traject, en dan kun je dus afspraken maken. Het geld dat voor de uitkoop of transformatie was bedoeld, kun je misschien wel inzetten om de onrendabele top in deze transitiefase te financieren.” Dat zou mooi zijn, maar is nog ver weg denkt Rob Withaar hardop. “De boer moet ook verder op dit moment.”
Kaarten op tafel
“We zitten net als de boeren met het verdienmodel,” ziet Joep Burghouts. “Niemand komt in beweging. Niemand wil de eerste horde nemen, omdat de bestaanszekerheid in gevaar komt. Ik pleit voor meer regie op overheidsniveau.” Hij vergelijkt het met de uitfasering van de verbrandingsmotoren waar de overheid wel regie pakte en dwingende wetgeving maakte. “De inkt was nog niet droog en de Mercedessen, Audi’s en dergelijke komen meteen in beweging met elektrische auto’s.”
Toch neemt hij met de Variabele en partners een belangrijke stap, de eerste horde. “We hebben samen Takkenkamp Groep en Factory Zero een concept ontwikkeld dat heet CTRL2050. We hebben elk ons eigen verdienmodel. Met dat concept gaat een bestaande woning in een klap op gasloos. Technisch voldoet het aan de kaders van de corporaties,” laat hij weten. “We leggen de kaarten op tafel en hebben het als een open source gedeeld. Dus iedereen mag het concept gebruiken, want we krijgen het in ons eentje toch niet voor elkaar.”
Van Project naar programma
Ook Ronald Leushuis is huiverig om te experimenteren met corporaties. “Mijn huurders wensen geen proefkonijn te zijn,” maakt hij duidelijk. Gelukkig gaan er zaken ook wel goed. “We hebben de afgelopen jaren 7.500 woningen kunnen verduurzamen waardoor ons woningbezit nu gemiddeld label B heeft. Ik heb mijn huurders vooral uitgelegd wat hun voordelen zijn met de isolatiestrategie. Dus ook bij nieuwe innovaties moeten we uitleggen, wat de huurder ermee opschiet. Wat is het lonkend perspectief. Ik denk dat als Joep technisch een mooie oplossing heeft om te verduurzamen, hij mij niet moet overtuigen. Hij moet met mij dat zaaltje ingaan om het uit te leggen en als het past in mijn verdienmodel, dan wil ik het wel hebben. Ik ben heel blij bijvoorbeeld met de gemeente Nijmegen die een publiek warmtenet aanlegt. Hier pakt de overheid de regie. Ik kan mijn huurders uitleggen wat we gaan doen.”
Joep Burghouts wil wel met hem de zaaltjes in. “Bij Ronald komt dertig procent van zijn huurders op het warmtenet. Dus als wij komen met een all electric concept kunnen we daarmee nog eens veertig procent van het gas af krijgen,” stelt hij. Maar hij ziet daarvoor de noodzaak om niet vanuit projecten te werken zoals de partijen, ook de zijne, dat nu gewend zijn. “Innovaties moeten het liefst als open source beschikbaar komen en daarvan moeten we programma’s maken in plaats van projecten draaien.” Dat is ook het idee van Rob Hagemans. “Het denken in projecten is nog altijd de maatstaf in de gehele keten. Van planvorming en financiering tot en met productie,” zegt hij. “En dit projectdenken leidt tot vertraging waardoor de verduurzaming te langzaam gaat.” Dat bedoelde hij met zijn stelling die hij inbracht: “De enorme verduurzamingsopgave in de woningmarkt vraagt een wezenlijke andere wijze van denken in de gehele keten van voortbrenging: van project naar proces, van proces naar programma.”
De zaaltjes in
De zaaltjes in met huurders staat voor Ronald Leushuis synoniem voor de toepasbaarheid van een bepaalde oplossing. “We zijn aan deze tafel dromen en ideologieën aan het verwezenlijken,” scherpt Ronald Leushuis aan. “Maar de realiteit is blokkerend. Als je de realiteit niet meer meeneemt in de veranderingen waar je over spreekt, dan gaat er niets gebeuren.” Carol van Eert beaamt dat: “Wat ik vandaag vooral geleerd heb, is dat we terug moeten naar de zaaltjes. We hebben hier een goede regionale samenwerking en ook corporaties werken al heel lang samen. Ik geloof dat we focus moeten zetten dat we in de regio met elkaar tot enkele oplossingen moeten komen, die ons uiteindelijk gaan helpen.”
Toch krijgt Ronald Leushuis niet iedereen de zaaltjes in. “Wij moeten zover mogelijk wegblijven bij dat zaaltje, want wij werken als een rode lap op een stier vanwege de beeldvorming over ons,” vindt Caren Schipperus. “Wij juristen moeten de oplossingen faciliteren. Maar de reality check staat bij mij bovenaan dat lijstje. Wat is het probleem dat je wil oplossen en is dat ook het probleem van degene waar je mee in gesprek wil?” Zij noemt het voorbeeld van een zandwinner die wilde uitbreiden. De omwonenden klaagden al jaren over het verkeer. Dus kwam hij naar hen toe met een oplossing voor het verkeer en kon hij uitbreiden zonder tegenstand. “Het gesprek dat we hier hebben is een heel ander gesprek dat op straat plaatsvindt. Terwijl de belangen vaak gelijk zijn. Als je elkaar spreekt buiten de politiek en buiten de camera’s om, dan kun je elkaar altijd wel vinden.”
Ook Ina Hol ziet een rol voor WerkBedrijf. “Wij moeten aan onze mensen kunnen uitleggen waarom het zo ontzettend boeiend is om aan de slag te gaan in deze sector. 15.000 mensen in deze regio, die een mooie zijstap kunnen maken. We gaan het uitleggen, concreter maken en overtuigender brengen. Zo kunnen we een maatschappelijk probleem verbinden aan de opgave.” Jeanne van de Klok zit in een vergelijkbaar pakket met WIL Groep. “Ik zou graag aan de opdrachtgevers, de woningcorporaties en de co-makers, willen vragen als jullie een plan van aanpak hebben, leg die dan ook bij ons neer, zodat wij onze mensen kunnen trainen,” vraagt ze. “Het zou helemaal mooi zijn als wij de huurders van een woningcorporatie kunnen trainen en die vervolgens in hun eigen woningen kunnen inzetten. Maar we komen helaas niet achter de voordeur.”
Dit artikel is in het Ondernemersbelang Nijmegen-Rivierenland editie april verschenen
Meer over
Dit artikel delen

Human Capital Akkoord regio Arnhem Nijmegen ondertekend
Human Capital Akkoord regio Arnhem-Nijmegen ondertekend
Provincie Gelderland, The Economic Board en de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen ondertekenden op 13 april het Human Capital Akkoord regio Arnhem Nijmegen. Dit deden zij samen met de arbeidsmarktregio’s, ondernemers en kennisinstellingen. In dit akkoord spreken de partijen af om samen te werken aan een productieve arbeidsmarkt. Een arbeidsmarkt waar vraag en aanbod goed op elkaar aansluiten om tekorten in de zorg, techniek en energiesector aan te pakken.
Peter Kerris, Gedeputeerde Provincie Gelderland, Ahmed Marcouch, voorzitter The Economic Board en Nick Derks, bestuurlijk opdrachtgever Productieve Regio Groene Metropoolregio, ondertekenden als initiatiefnemers. Dat deden ze samen met ondernemers, onderwijsinstellingen en de arbeidsmarktregio’s.
Ieder talent telt!
In de regio Arnhem Nijmegen is in verschillende sectoren sprake van enorme krapte op de arbeidsmarkt. Er is een tekort aan de juiste kennis en vaardigheden voor de banen van nu en in de toekomst. Een deel van de oplossing voor deze complexe opgave ligt in het beter benutten van het potentieel van mensen op de arbeidsmarkt.
Ahmed Marcouch: “Ieder talent telt, vaardigheden zijn belangrijker dan diploma’s, wendbaarheid door her- en bijscholen van mensen gedurende hun hele loopbaan. Maar ook de leercultuur bij werkgevers stimuleren, technologie om werk slimmer te organiseren of inzetten op mobiliteit tussen verschillende sectoren. De kansen liggen er en kunnen alleen maar benut worden door intensieve samenwerking tussen overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven”.
Meer instroom in krapteberoepen
Peter Kerris: ‘In alle sectoren komen we mensen tekort. We staan voor enorme uitdagingen voor wonen, zorg en energie. Wie gaan die huizen bouwen? Wie plaatsen de zonnepanelen op het dak? We hebben alle talent nodig om die vacatures te vullen. Dat kan alleen als we samenwerken om sneller meer mensen op te leiden voor de tekortsectoren.’
Vestigingsvoorwaarde
De noodzaak van beschikbaarheid aan mensen in de sectoren Energy, Health en Hightech is groot gezien de maatschappelijke opgaven waar we voor staan. Tot 2030 ontstaan er alleen al in Gelderland 15.000 nieuwe banen voor de energietransitie.
Nick Derks: ”Het is een vestigingsvoorwaarde voor bedrijven dat er voldoende getalenteerde werknemers zijn. Zowel vakmensen als kenniswerkers zijn nodig in onze regio. Vanwege de arbeidskrapte is een focus op het behouden van (internationale) kenniswerkers en (internationale) studenten hard nodig.”
Samen het verschil maken
Met het Human Capital akkoord verbinden de deelnemende partijen bestaande initiatieven, netwerken en projecten in de regio en versterken deze waar nodig. Dat doen ze met kennis, ondersteuning en middelen en natuurlijk ook met concrete doelen in het ontwikkelen van digitale en technische vaardigheden.
Meer over Human Capital
Dit artikel delen

Manifest over triple helix samenwerken voor Provinciale Staten 2023-2027
Manifest over triple helix samenwerken voor Provinciale Staten 2023 - 2027
Op 12 april was de eerste vergadering van de nieuwe Provinciale Staten van Gelderland. De onlangs gekozen statenleden werden voorafgaand aan hun eerste vergadering ontvangen in de koffiekamer en geïnformeerd tijdens de ‘open agenda’ door een aantal insprekers.
Naast het aanbieden van het Gelders Regionaal Manifest door VNG Gelderland en het Bod van de Groene Metropoolregio, bood The Economic Board Regio Arnhem Nijmegen haar manifest aan de voorzitter aan.
Complexe transities
Ilko Bosman, lid van The Economic Board en voorzitter VNO-NCW regio Arnhem-Nijmegen, sprak de statenleden toe.
“De provincies staan samen met gemeenten, rijk, maatschappelijke partners én ondernemers voor een enorme opgave van complexe transities op het vlak van klimaat en natuur, schaarste van energie en grondstoffen, ruimte en wonen, arbeidsmarkt en bereikbaarheid. Ik denk dat ik u niet hoef uit te leggen dat hiervoor een sterke en vitale provinciale economie van groot belang is.” aldus Bosman.
Brede welvaart
Het manifest dat The Economic Board aanbood in triple helix verband (namens kennisinstellingen, ondernemers en regionale overheden) reikt handvatten en aandachtspunten aan. Deze zijn gericht op het maken van een ondernemersvriendelijk provinciaal beleid, dat bijdraagt aan brede welvaart in de provincie en aan versnelling in de opgaven waar wij voor staan.
Brede economische inzet
Ilko Bosman: “Of dit nu is voor het stikstofdossier, waar ons boardlid Jan van Iersel, voorzitter raad van bestuur Van Hall Larenstein, dagelijks aan bijdraagt. Of voor het werken aan gezondheid in de wijk, waar boardlid Bertine Lahuis aan werkt als voorzitter raad van bestuur Radboud UMC, de grootste werkgever in onze regio. Of voor de uitdagingen van boardlid Maarten Otto, CEO Alliander, met zijn inzet op energiebesparing, creëren van energieopslag, het toepassen van innovaties en het opwekken van duurzame energie. Of voor mijzelf als voorzitter VNO-NCW om met name voor onze mkb-bedrijven een arbeidsmarkt in balans te verwezenlijken.”
De provincie is nodig om de opgaven van de regio Arnhem Nijmegen in samenhang, sneller en gezamenlijk, mede aan te pakken. Dit kan zij doen door kennis en kunde te delen en door het beschikbaar stellen van financiële middelen voor onderzoek, innovatie en uitvoering. Zo kunnen we brede welvaart realiseren met meer impact.